Live Google
Een dagelijkse wandeling is mijn lang leven. Er zijn enkele vaste toertjes waaruit ik kies naargelang mijn fut, de tijd die ik heb, het weer enz. Vandaag deed ik ‘de lange wandeling van toen met Lieven en Els’. Het beestje moet een naam hebben hé :-)
In deze tijden zijn er meestal meer mensen onderweg dan pakweg een jaar geleden. Hoofdknikjes en hallo’s gaan over en weer. Mijn gedachten ook. Als ik stap, dan lijkt het alsof ik de zaken in mijn hoofd weer wat op orde zet. Ik krijg ook steevast de meeste ideeën als ik wandel. Alsof alles beter stroomt als ook mijn ademhaling en mijn bloed beginnen stromen.
Er is ook een vaste wandeling langs het paard, maar die deed ik nu niet. Ik kwam wel langs een ander deel van de buurt waar heel veel paarden staan. Zoals dat plekje dat nog maar recent tot paardenweide is omgetoverd., waar ze enkele maanden heel lang hebben gewerkt om het woeste bramenbos te verwijderen. Een jonge vrouw wandelde langs de baan met haar paard en liet het even van de berm eten waarna ze het paard zachtjes de wei binnen loodste. Ik sprak haar aan en vroeg of er dingen zo uit de berm zijn die paarden best niet eten. In gedachten was ik bij dat andere paard langs de andere route, want dat gaf ik wel eens een handjevol gras, vermengd met paardenbloemblad en weegbree. Ik had eens van iemand gehoord dat het goed is voor de dieren om ook wat afwisseling te hebben en dat het goed is dat er ander groen tussen het gras groeit, zodat ze wat variatie hebben in mineralen en vitamines. En die paardenweides zien er vaak zo eentonig uit en vol modder. Maar ik had ook al gehoord van paarden die ziek worden van bepaald nat gras of te veel gras. Dus dacht ik: laat ik de live-google eens proberen.
De jonge vrouw vertelde dat paarden zelf heel goed weten wat ze wel en niet mogen eten, maar als je het afgeplukt geeft, of gedroogd, kunnen ze dat niet meer zo goed herkennen. Hm. Zijn er dan bepaalde kruiden die niet mogen? Sint-Janskruid, alles van de vlier. Dat valt mee, want dat ken ik en dat geef ik niet aan het paard. Te veel jong gras en te veel wortelen zijn ook niet goed want dat geeft het paard een soort suiker kick. En bovendien hangt het ook af van je paard, wat het gewend is te eten en hoe sterk zijn gestel is. In mijn hoofd evalueer ik dat die paar handjes vol per week het zwartje niet zullen schaden.
Ons gesprek meandert verder en ik kom eigenlijk heel veel te weten van de vrouw, ik krijg een mini-inkijk in haar wereld, in wat zij weet. En dat vind ik altijd geweldig, dat maakt me blij om op deze wijze mijn wereld wat te verbreden. Wat ik leerde?
Dat de paardenwei aan de andere kant van de straat, waar ik enkele maanden geleden de veulentjes nog bewonderde, van een man zijn die echt goed geld verdient met het fokken van sportpaarden.
Dat gaat zo: de merrie in kwestie blijkt een toptalent, dus wil men graag veel kleintjes van haar. Als men haar echter laat dragen, is ze een paar maanden ‘uit’ en dat mag natuurlijk niet want dan brengt ze niks op en dan is ze misschien ook wel uit vorm (denk ik er zelf bij). De oplossing? Eicellen afnemen van deze topmerrie, extern laten bevruchten en de foetus in een draagmerrie plaatsen. Ja, echt. Dat gebeurt blijkbaar al langer, maar ja, ik hoor het vandaag voor het eerst en ik ben er niet goed van. Tot zover de tedere aanblik van die drie merries met hun schattige veulentjes. Ze zijn gewoon big business. De jonge vrouw haalt haar schouders op en voegt er nog aan toe dat die merries natuurlijk niet weten dat het hun kleintje niet is. Maar dat vroeg ik me naderhand toch af of dat echt zo is. De mens wil de natuur weeral naar zijn hand zetten, maar kan de natuur echt zo om de tuin geleid worden? Het paard kan het natuurlijk niet vertellen…
Verder kwam ik te weten dat er zoiets bestaat als een paddock paradise. Paarden in het wild leggen gemiddeld dertig kilometer af per dag. Dat is moeilijk te evenaren met paarden in een wei / op stal. Dus legt men een soort circuit aan waarlangs een lekker wilg staat, verderop een smakelijke baal hooi ligt en nog wat verder nog wat anders waar het paard wel zin in heeft. Zo leggen ze afstand af en kunnen ze intussen eten, de situatie in het wild nagebootst. Dat wil de jonge vrouw voor haar paard organiseren. Zij benoemt zichzelf als een hobby-rijdster, is vooral gericht op goeie zorg voor haar paard dat 27 jaar oud is, wil het een goede oude dag geven. Ze wil ook nog een soort eetbare haag aanplanten aan de straatkant, met onder andere moerbei. En ze wil nog andere eigenaars met paarden de wei laten delen zodat er een soort kuddegevoel ontstaat, wat goed is want dat zijn ze ook gewend.
Ze heeft de grond van een oude man aangekocht, die nog een deeltje van de grond bewerkt als moestuintje. Als ik dat hoor ben ik blij dat er nog zo’n soort overeenkomsten gemaakt worden, goed voor beide partijen.
Dus ja, tijdens een gesprek van een kwartiertje kom je wel wat te weten. Tenslotte ook nog dat deze jonge vrouw aan haar laatste master jaar begonnen is als neuro-onderzoeker en dat ze heel graag in de academische wereld aan de slag wil als onderzoeker. Want andere carrière mogelijkheden zijn bij bedrijven uit de big pharma en dat ziet ze niet zitten. ‘We weten nog maar zo weinig over de hersenen. Eerst dachten we te weten hoe Alzheimer ontstond, maar dat blijkt dan toch niet meer het geval.’ Heerlijk als mensen het over ‘we’ hebben als ze verwijzen naar hun veld van expertise/interesse. Ze voelt zich goed in haar vel, is blij met haar studies en met haar paardenwei-project.
En ik ben blij met dit gesprek, voedsel voor mijn nieuwsgierige geest, en zomaar voor het oprapen langs deze mooie wandelweg.