Het camperleven
Een hele ochtend dweilen want de boiler heeft het begeven en spuwt al het water uit dat Jan er de dag van tevoren bidon per bidon heeft laten inlopen.
Krakend wakker worden van de opgeplooide gewrichten die te weinig beweginsgruimte hadden in het bed.
Vloeken op de plastic bakken en vooral op hun deksels, want waar zat 'dàt' ook weer juist?
In de war geraken van het record aantal jassen dat mee is op deze trip en op zoek gaan naar nog meer haakjes om die allemaal aan te hangen. Want anders liggen ze altijd in een onoverzichtelijke jassenhoop op het bed. En die moet je dan altijd weer opruimen als je wil gaan slapen.
Het is vaak de hele dag door hopen verleggen van links naar rechts naar buiten weer naar binnen. De extra verlenging van het bed buiten zetten. Het handige tafeltje dat we nu niet nodig hebben ook. Soms komen wij ergens aan en lijkt het na twee minuten al een bouwwerf rond ons.
Een zalig parkeerplekje vinden voor de nacht, maar op geen enkele manier de camper waterpas kunnen zetten. Zelfs met de blokken op drie rollen we nog ons bed uit.
Vertrekken met de Scampy en na twee seconden een schril gepiep horen. Ok, wat is het deze keer? Handrem niet goed af? Een deur stiekem toch nog open? Een gordel die niet aan is? Scampy doet het niet zachtjes, je moet het oplossen, nu.
Maar ook
Aan een verlaten strandje komen, de stoeltjes buiten zetten, een drankje brouwen, voetjes omhoog en kijken maar.
Een klein weggetje inslagen, nog eentje en dan op een stukje grind uitkomen waar je netjes kan staan. Tafeltje zetten, gezelschap spelen, avondeten maken en dan vanuit je bed de zonsondergang boven zee zien.
Haakjes hangen, organiseren, inkleden, betere manieren vinden.
Onderweg zijn met je hebben en houden. Ten allen tijde kunnen stoppen voor een kleine of grote boodschap. Altijd kunnen stoppen, om het even waar, voor een pauze met een boek en koek.
Altijd weten: hier is mijn bed, ik kan slapen als het nodig is, ik lig droog en windvrij.
Nieuwsgierige mensen uitnodigen om eens binnen te komen kijken en dan hun mooie reisverhalen horen.
De gezelligheid van de zachte regen op het dak, als je in je bed ligt en weet dat je voorlopig nergens zijn hoeft.
Verse plantjes mee aan boord en na weken doen zij het nog steeds goed.
Alle kruiden in potjes heerlijk op twee houten plankjes op een rij.
De ontdekking van de muziekkast.
Soort van conclusie: onze camper is voor ons te basic om langdurig in het Noorden rond te trekken. We gebruiken hem nu om van het ene adresje naar het andere te trekken, in een dag of twee, drie. Om dan weer de luxe te hebben van ruimte, warmte, stromend water en een bed dat comfortabel lang genoeg is om je benen te strekken. Om binnen te zijn en naar buiten te kunnen kijken als het regent. Dat heet een raam. Geweldige uitvinding :-)
Als je van bij het begin van de dag, als je net je ogen open doet, bij wijze van spreken, bloot staat aan de natuurelementen, tot het einde van de dag, in je pyama, klaar om in je bed te duiken, dan is dat heel vermoeiend. Vooral als dat natuurelement wind heet. Hoewel, koude en regen tellen ook mee :-) Het verschil is opmerkelijk. Als ik in de ochtend rustig binnen kan ontbijten, wat kan lezen en schrijven en dan na een tijdje naar buiten gaan voor een wandeling of een bezoek, dan heb ik nog veel meer streepjes van mijn batterij over om de wind te trotseren. Die streepjes zijn al heel wat weggezakt als het ontbijt al winderig was. Ik wist niet dat het er zo kon inhakken. Weerom: ik spreek enkel voor mezelf. Niet voor de types die met pak en zak op hun fiets door weer en wind de bergen beklimmen, dan hun tentje zetten, een klein potje koken of een proteinebar eten en in hun slaapzak, die tegen -30 kan, gelukkig in slaap vallen. Not me. En zeker geen weken aan een stuk.
Maar dan aan de andere kant: twee weken op dezelfde camping staan, met je plastic bakje naar de afwasplaats om naast anderen op sleffers je afwas staan te doen en dan weer terug te sleffen om in je stoel met een wijntje naar de andere campinggasten te kijken. Not me either.
En zo is het zoeken en experimenteren en ervaren. Wat past er dan voor ons. Waar worden wij blij van? En die flow hebben we gevonden. Af en toe stilvallen, af en toe weer vertrekken. Dynamiek en rust. Een portie luxe en ruimte. En ook het contact met de mensen die hun huizen verhuren, hoe ze het ingericht hebben, welke verrassingen er in petto zijn (een zeekano bijvoorbeeld). Daar hou ik van, dat doet me deugd.
We zijn allebei verliefd op onze Scampy, spreken hem vaak bemoedigend en dankbaar toe. Voelen ons uitgelaten als we weer eens vertrekken op het ene adresje, het volgende avontuur tegemoet. Hij kan het aan, de bergen en de dalen, hij is sterk. We beginnen zijn breedte en hoogte en lengte steeds beter te kennen. Jan is intussen porta potti expert (campertaal voor wc) en we slagen er bijna in om muziek van onze GSM's af te spelen in de auto :-) We kunnen hem in steeds minder tijd weer inladen, alles krijgt stilaan een vaste plek.